Flora en Fauna

Bijzondere soorten

Van oorsprong zijn hoogveen­gebieden voedselarm. Door de aanvoer van voedings­stoffen via de regen is daar wel verandering in gekomen. Daardoor zijn veel algemene planten­soorten in de Peel verschenen, ten koste van de hoogveen­soorten. Maar veel van de specifieke hoogveen­planten groeien er nog wel. Daar zijn dan wel heel bijzondere soorten bij. Ze hebben zo hun eigen trucs om het karige menu aan te vullen. Zoals de vleesetende zonnedauw, die met kleverige tentakels op zijn bladeren insecten vangt. Andere hoogveen­soorten zijn: diverse soorten veenmos, lavendelhei, kleine veenbes, witte snavelbies, eenjarig wollegras en veenpluis. Op de droge delen van De Groote Peel groeit op veel plaatsen struikheide met hier en daar klokjes--gentiaan en grote wolfsklauw. In de bossen vinden we bosbes en vossenbes.

Veenmos

Er worden de laatste jaren veel maatregelen genomen in en om de Peel om de waterstand hoger en stabieler te krijgen. En niet zonder succes. De oppervlakte veenmos is de laatste jaren toegenomen in De Groote Peel. Ook de lucht is schoner geworden, waardoor er minder voedings­stoffen via de regen in het gebied komen. Maar er is nog een lange weg te gaan voordat er weer sprake is van hoogveen­vorming op uitgebreide schaal en de omstandig­heden maken dat het niet meer zo kan zijn als 8000 tot 10.000 jaar geleden.

Bossen

Het landschaps­beeld van De Groote Peel is na de Tweede Wereldoorlog ook sterk gewijzigd. Er zijn meer bossen gekomen omdat het droger is geworden en de bodem meer voedings­stoffen bevatten. Het grootste deel van het natuurlijk aanwezige bos in Nationaal Park De Groote Peel bestaat uit berk. In de jaren zestig, zeventig zijn naaldbossen geplant en in het centrale gedeelte van het Nationaal Park zijn die later weer weggehaald. Aan de randen zijn nog naaldbossen te vinden, hoewel het beheer van Staats­bosbeheer er wel op gericht is die bossen om te vormen naar meer gevarieerde bossen met meer loofbomen.

Vogels

De combinatie van veel water en de uitgestrekt­heid van het gebied, dat weinig verstoord wordt door mensen, maakt het gebied uitermate geschikt voor vogels. Bijzonder aan het gebied zijn dan ook de moeras- en watervogels en de vogels die leven in land­schappe­lijk open gebieden, onder andere: dodaars, geoorde fuut, roerdomp, grauwe gans, winter- en zomertaling, bruine kiekendief, waterral, nachtzwaluw, blauwborst en rood­borst­tapuit.

Bijzondere gasten

Naast de broedvogels kunnen in De Groote Peel ook de kraanvogel, de rietgans en de klapekster aanwezig zijn. In de maanden oktober, november en maart is de kans op kraanvogels het grootst. Omwille van de kraanvogels, die vooral rond de Filosche Peel pleisteren, is het gebied ook in de herfstperiode voor publiek gesloten. De drie wandelroutes zijn wel toegankelijk.

De ganzen (rietganzen en kolganzen) zoeken in vrij grote aantallen in de omgeving van De Groote Peel naar voedsel. De ganzen benutten de plassen in het reservaat als slaapplaats, maar gaan ook naar verderaf gelegen terreinen om te slapen. De klapekster behoort tot de vaste wintergasten van Nationaal Park De Groote Peel.

In De Groote Peel komen ongeveer 25 soorten zoogdieren voor, onder andere: ree, diverse soorten vleermuizen, wezel, hermelijn, woelrat, bunzing en sinds enkele jaren ook het wild zwijn.

Van de reptielen en de amfibieën zijn de gladde slang, de levendbarende hagedis en de heikikker belangrijke en karakter­istieke soorten van Nationaal Park De Groote Peel. De Amerikaanse hondvis komt voor in de plassen in De Groote Peel. Het is de enige vissoort die in het zure water kan overleven. Hoewel dit een exoot is, is hij van belang als voedsel voor visetende vogels, zoals de roerdomp en de fuut.

Nationaal Park De Groote Peel kent een groot aantal soorten vlinders (ongeveer 30), libellen (ongeveer 40) en sprinkhanen (ongeveer 18). Daar zitten bijzondere soorten bij als het spiegel­dikkopje, bont dikkopje, venwitsnuit­libel, bruine winterjuffer, moeras­sprinkhaan en zomp­sprinkhaan.

Cookies & Privacy
Terug naar boven