Laura en Thim van den Berg

"In de toekomst hoop ik op een harmonieuze wijze steeds meer samenwerkingen aan te gaan met agrariërs, recreatie en natuur, waarbij iedereen het recht heeft op een bestaan en op ontwikkeling. Ik denk dat dat een mooi streven is en dat iedereen elkaar kan versterken."

Laura van den Berg is al zo’n 10 jaar eigenares van het café “Plantage Blankenwater”. In deze horecagelegenheid vlakbij Nationaal Park De Meinweg verkoopt zij onder andere producten die gemaakt worden met bosbessen, die haar broer Thim op hetzelfde landgoed verbouwt. Een mooi samenspel van recreatie en landbouw.

Duurzame bedrijfsvoering

“De plantage bestond al in 1969. In 1997 hebben mijn ouders de plantage overgenomen van familie Strents en verder uitgebreid. Wij zijn weer overgestapt naar biologische teelt. Het duurt drie jaar voordat je een volledig biologisch bedrijf bent en ook het keurmerk verdient. Toch gaan we de uitdaging aan en blijven we stappen zetten in het verduurzamen van het bedrijf. We zien dat de overgang naar biologische teelt overal in Nederland aan de gang is. Voor de reguliere landbouw is in Nederland eigenlijk geen ruimte meer. Wij hopen in de toekomst op een harmonieuze wijze steeds meer samenwerkingen aan te gaan met agrariërs, recreatie en natuur, waarbij iedereen het recht heeft op een bestaan en op ontwikkeling. Ik denk dat dat een mooi streven is en dat iedereen elkaar kan versterken. Op die manier maakt één en één drie!”

Het horecagedeelte werd later een mooie toevoeging aan de blauwe bessenplantage waardoor de plantage zich ook extra kan onderscheiden. Laura: “In hat piekseizoen komen mensen bessen halen en drinken ze een kopje koffie of ze komen wat drinken, en nemen dan wat bessen mee naar huis. Je krijgt dan heel veel vakantiemensen. Wat je in de winter ziet zijn de mensen die dan overblijven en drie keer in de week een cappuccino komen drinken. Soms gaan mensen gezellig bij elkaar zitten en afspreken. Dat vind ik mooi aan horecawerk, het verbindt! Tijdens de coronapandemie viel het sociale stukje weg en dat was voor een hoop gasten soms erg moeilijk. Je hebt in een dorp toch een functie om mensen bij elkaar te brengen.”

Vogelaars

“Een paar jaar geleden zat er een bijzonder vogeltje hier in de buurt, en dat zorgde dan ook wel weer voor een toestroom vogelaars. Die vogel wist wel precies wanneer de horecadrukte was. In de ochtend vloog hij weg en in de avond als alle gasten weg waren kwam hij weer terug. Als je kunt zeggen dat je horecagelegenheid in een nationaal park ligt is dat wel extra bijzonder. Tegelijkertijd is het verhaal vanuit de agrarische kant wat moeilijker. De natuur en agrariërs lijken altijd tegenover elkaar te staan maar ik denk dat ze prima samen kunnen. Mijn broer en ik denken daarom graag mee met ontwikkelingen, alleen moet het ook voor ons voordelig blijven.”

Spreiding van bezoekers

Toen wij voor het eerst in Roermond Oost gingen wandelen voelde het echt een beetje als een andere wereld, alsof we uren in de auto hadden gezeten naar een ander land. Het was kleurrijk, nog redelijk ruig omdat het pas kortgeleden was aangelegd. Als mensen mij vragen waar leuk te wandelen valt, dan vertel ik vaak over Roermond Oost. Ik hoop dan ook dat de verbinding tussen Boukoul en dat gebied beter wordt, zodat je er makkelijker kan komen. Dat gebied is echt een verborgen pareltje en er kan natuurlijk nog een heleboel ontwikkeld worden.”

Sinds het coronatijdperk hebben velen de natuur ontdekt. Dat leidt tot veel drukte in natuurgebieden, De Meinweg niet uitgezonderd. Laura: “Ik zit ook bij een club genaamd ‘Gebiedsontwikkeling Roermond Oost’. Wij zetten ons in om die verbinding te verbeteren en aantrekkelijker te maken. Vaak ga je wandelen in het Swalmdal of in de Meinweg, het zou mooi zijn als het gebied achter Asenray ook de waardering krijgt die het verdient. Door Roermond Oost wat meer te ontwikkelen zou je die bezoekers meer kunnen spreiden over andere natuurgebieden. Voor de wandelaars is er dan meer variatie mogelijk en is het minder druk. Daardoor wordt de natuur ook weer minder belast. Wat mij betreft is dat een win-win situatie!.

Wat mij in de brede zin wel is bijgebleven is de ontwikkeling van het gebied wat betreft de recreatie. Soms vraag je je af waar zo’n proces toe leidt, maar als je nu ziet hoeveel mensen er gebruik maken van wandel-en fietsroutes en voor hoeveel verbinding dit zorgt tussen dorpen en gebieden, denk ik dat de gemeente Roermond hier goed aan heeft gedaan. De wandelroutes zijn uitgekozen door de mensen die verstand hebben van wat de mooie plekken zijn.

Als je Laura vraagt naar haar favoriete plek in de Meinweg ligt dat dicht bij huis: “Het bosgebied naast de plantage: ”Kort geleden is dit gebied echt tot natuur ontwikkeld en ik kan er volledig mijn hoofd leegmaken door de rust die er heerst. Je hebt er kronkelpaadjes, slingers en ook voor de kinderen is het een avontuurlijke speelplek. Die rennen heuvels op en af. Als je er op de goede momenten naartoe gaat kun je ook wild zoals reeën zien, dat is altijd schitterend. Het is een ongerept stukje natuur maar het voelt ook echt als thuis.”

Cookies & Privacy
Terug naar boven